maandag 19 februari 2018

Vegas, baby!

Halfnaakte vrouwmensen die me vragen of ik een foto met ze wil maken. Het klinkt zo ongebruikelijk. Het is dan ook haast niet te geloven dat ik daadwerkelijk naar Las Vegas ga. Toch is dat het geval wanneer vrijdagochtend in effect gaat. Met een man of tien karren we naar Walmart. Iedereen slaat wat snacks in om vervolgens naar de drankafdeling te paraderen. In mijn ooghoek zie ik dat wijn- en vodkaflessen gegrepen worden; ik houd het liever traditioneel bij whiskey. Fireball, welteverstaan. Ja. Een beetje kaneel, een beetje funky. Precies op dat moment realiseer ik me dat ik mijn paspoort niet bij me heb. Wel draag ik altijd mijn Arizona ID bij me, maar dat kan nog weleens nutteloos blijken in een niet-Arizona stad zoals Las Vegas, Nevada.


Mélanie, die voor het eerst aan het stuur zit op Amerikaanse grond, rijdt me gelukkig vlug terug naar mijn appartement. Zodoende. We zijn op weg, en geraken via Silver Springs Road verbonden met onze eindbestemming. Ondanks dat mij verteld was dat een ritje Flagstaff - Las Vegas in een subtiele drie uur te verwezenlijken moet zijn, duurt onze rit toch een ruime 4 uur. Op een gegeven moment naderen we een bordje waar 'Hoover Dam' op vermeld staat. Met zijn allen kakelen we op de achterbank dat dat nog best wel een goed idee kan zijn, al is het om maar even te pauzeren. Chantal verhoogt die druk, waardoor Mélanie toch maar de afslag neemt. Hoewel het uitzicht op de Hoover Dam ruimtelijk en mooi is, hadden we toch allemaal iets spectaculairders verwacht. Tja. Het is wel een dam waar je 'damn' van gaat zeggen. 



Later naderen we Las Vegas. Het is een apart gezicht om na mijlenlange wegen met alleen maar gesteende en zand weer een stad te zien. En ik bedoel dan een enorm cityscape. Aardig chaotisch ook, overal auto’s en ik heb direct de impressie dat het een stuk vuiler is dan Flagstaff. Zo nu en dan zijn er wat zwervers en crackies te zien. Iets na 5 uur 's middags arriveren we op de parkeerplaats voor de High Roller Observation Wheel. Als echte ramptoeristen vervoeren we onze liters alcohol het hotel in. Cameron kon zijn doos Corona’s niet eens enigszins verbergen. Niet dat het uit moet maken, ik bedoel… het is wel Las Vegas, hè. Bij binnenkomst in het LINQ Hotel & Casino wordt dat nog eens extra bevestigd: overal waar je kijkt zie je gokkasten, pokertafels en halfnaakte tafeldanseressen. Er stond een redelijke rij voor de balie, maar na een klein kwartier kunnen we inchecken. Een deel van de groep had een kamer geboekt op de 19e etage; wij vragen of dit voor ons ook kan. Zo vervolgen we onze weg naar de lift, welke bewonderenswaardig snel naar de 19e etage sjeest. De hallen ogen eindeloos. We verdwalen dan ook een aantal keer. Maar dan vinden we eindelijk kamer 31952. Er staan twee tweepersoonsbedden in, een tv, een prima badkamer (welke niet af te sluiten is, maar enkel beschikt over een schuifdeur), een kledingkast en een koelkastje. Elke kamer beschikt over andere merkwaardige decoratie; die van ons heeft slechts een uiterst saai, circulair, zeeblauw behang. Mijn kamergenoten zijn drie gasten die ik zo goed als niet ken. Alleen Lucas een beetje, díe ene Fransman waar ik eerder mee sprak. De andere zijn Cameron uit Engeland en Kevin uit Ecuador. Enfin; studenten onder elkaar, dus dat kan niet fout gaan. We mikken onze liters alcohol in de koelkast en chillen even.


Nu eens kijken wat voor culinaire hoogstandjes Vegas me te bieden heeft. Je moet weten dat overal waar je loopt op de Las Vegas Strip je benaderd wordt door zwoele, halfnaakte vrouwen die vragen of je een foto met ze wilt nemen. Eentje vraagt me zelfs welke camera ik om mijn nek draag. Ik wilde bijna letterlijk de volledige naam van het model en de lens noemen, maar ik ben een geciviliseerd persoon. Bewaar sarcasme voor later. Hehe. Met de hele groep gaan we naar het zogeheten Yard House. Vreemde setting. Eerst wachten we bij de ingang een kwartier tot we aangesproken worden, wat uiteindelijk niet eens gebeurt, om vervolgens plaats te nemen. Een losbandige knakker, Stephen, is onze gastheer voor de avond. Ik maak geen grap als ik zeg dat hij haast een identieke gelaatsuitdrukking als Stiffmeister heeft. Hij is bijdehand en lichtelijk vervelend omdat hij zijn bewijsdrang probeert te verheimelen achter zijn smeuïge praatjes en geniepige glimlach. Indruk maakt 'ie niet, dus het was een beetje raar allemaal. Ik kon het niet laten om hem te vragen of hij ooit een filmcarrière overwogen heeft als Stiffmeister knock-off. Dat grapje leek hij niet zo leuk te vinden, want hij liep na een kort en ongemakkelijk antwoord weg. De Carribbean Breeze cocktail, welke hij aanprees in een grotere hoeveelheid, is mijn grootste teleurstelling sinds mijn moeder me vertelde dat de Kerstman niet bestaat. Holy shit. Laat me maar snel chillen in mijn hotelkamer.

Na de klok van 11 beginnen we met indrinken. Het merendeel van de groep zit inmiddels ook in onze kamer en de eerste wijnvlekken zitten al in de dekens. Nadat we een discussie voeren over de ethiek van tafeldanseressen bewegen we de straat op. Overal op straat proberen fanatiekelingen mensen te werven voor hun betreffende nachtclubs. Ik laat me een bandje van Koi Las Vegas omdoen, een restaurant/club dat zich in Planet Hollywood Resort & Casino bevindt. We gaan echter naar Caesar’s Palace, een casino met uitgaansgelegenheden. Wanneer we ergens naar binnen proberen te gaan, worden we tegengehouden door wat brede bobby’s, die ons alleen toegang verlenen als we op de gastenlijst staan. Dat staan we niet, behalve enkele dames van ons gezelschap. Nu komt de grap: vrouwen mogen alsnog gratis naar binnen, mannen dienen $40 te betalen. Schaamteloos. Alleen Lucas is moedig genoeg om dit te doen. Ook wordt Kevin compleet geweigerd, omdat hij afgetrapte, grijze Adidas sneakers aanheeft. Net als in Nederland, heb ik een enorme hekel aan etiket. Maar goed, het is iets dat je vooraf kan bedenken. Om deze reden was ik in volledig zwart gekleed. Ik wil alleen niet dat Kevin zich geëxcludeerd hoeft te voelen, dus samen met Nike en Cameron verlaten we de ballentent.




Kevin snapt dat het noodlot roept: hij heeft nieuwe schoenen nodig. We struinen langs wat winkeltjes (die ook na middernacht gewoon nog open zijn). Kevin staart naar een paar ballerina’s met zebraprint. Geheel serieus vraagt hij mij of ik denk dat hij ermee binnen kan komen. Terwijl ik haast stik in mijn lachbui, zeg ik hem dat hij dan op zijn minst voor volledig zwart moet gaan. Zo gezegd, zo gedaan. Kevin rekent een paar ballerina’s af van $15. Hij trekt ze ook onmiddellijk aan en houdt zijn Adidas sneakers vast in een plastic tasje, welke hij later verbergt achter een struikje. We lopen terug naar Caesar’s Palace in de hoop dat we op dit late tijdstip (rond 02:00 uur 's nachts) alsnog gratis naar binnen konden. Het tegendeel is waar, en ik ben niet meer bereid om $40 neer te leggen voor de korte tijd dat we binnen kunnen zijn. We besluiten om naar Koi Las Vegas te gaan. Eenmaal aangekomen treffen we een laveloos wicht aan dat compleet dronken tegen de muur bij de ingang valt. Twee politieagenten komen in rap tempo aanrennen om haar handen te boeien. Ze drukken haar vervolgens in een rolstoel, wat gepaard gaat met veel gekrijs en gekreun. Nike maakt een foto met flits van het incident, wat de aandacht van een bewaker trekt. Ze wordt uit de rij gehaald en toegang geweigerd. Kut! Net nadat Kevin en ik $12 betaald hebben om binnen te komen. We wachten enkele minuten en ik zeg Nike dat ze het nog eens moet proberen. Terwijl ze met Cameron staat te betalen, nadert dezelfde bewaker de ingangsruimte. Ik leid hem af door te vragen of hij me een shotje kan aanraden. Onder een gemoedelijke toon prijst hij Aloha aan. Mijn tactiek werkt: Nike en Cameron weten binnen te komen zonder door hem gezien te worden. De tent zelf sluit een uur later, maar weet ons in ieder geval nog een fatsoenlijk einde van de opmerkelijke avond te geven. Oh, en een mollige dame weet niet met een van ons aan te pappen en zit half dansend op een sofa, terwijl haar vrouwelijke compagnon verderop met een knaap staat te praten. Via vurig oogcontact lijkt het alsof ze als wingwoman probeerde te functioneren. Tja, Amerika. 

Zaterdagochtend bekijk ik hoeveel kaartjes van strippers we verzameld hebben. Ze liggen immers weid verspreid over de straten van Las Vegas. Vooral het kaartje van Chanel vind ik niet erg overtuigend. Oke, genoeg ongein. We lopen langs The Strip om een goede plek voor lunch te vinden. Een pizzatentje vermeldde pizzaprijzen van $30. Ik was vastberaden om iets goedkopers te vinden: Blue Ribbon Fried Chicken Grand Bazaar. Ja, het is fastfood, maar het in ieder geval goedkoop. Don’t judge me. Dan nemen we een kijkje in het Miracle Mile Shops winkelcentrum. Champs Sports zit hier, een bekende sneakershop. Maar, aangezien ik mezelf beloofd heb geen sneakers te kopen in mijn verblijf hier, blijft het bij kijken. Later woon ik bij wat een daadwerkelijke attractie is: de indoor Rainstorm Show. Het regent dan letterlijk in een overdekt winkelcentrum, maar slechts in de ingebouwde rivier. Compleet met lampen en rook. Er zijn zat interessante winkeltjes, waaronder een die gesigneerde memorabilia verkoopt. Mijn oog valt op een geframede foto van Marty McFly (Back to the Future), die helaas te duur is om te kopen. Ik vertel Kevin dat ik verder vooral ernaar uitkijk om wat foto’s te schieten. Hij vindt het meer dan prima om met me mee te gaan want 'zijn moeder vermoordt hem als hij zonder foto’s van Las Vegas thuis zou komen.' Samen met  Kevin, Elin en Kajsa ben ik van plan om in de High Roller Observation Wheel te gaan. Hoe tof is het om de cityscape van Las Vegas vanuit hoog in de lucht vast te leggen? Ondanks dat ons verteld was dat het $18 zou zijn, bleek het rond de $35-40 te liggen. Zelfs met onze $5 kortingscoupons is dat wel weer erg enthousiast voor maar een half uurtje. We vertrekken en besluiten om bij een aangelegen eettentje te eten. De orange chicken die ik daar nuttig is erg lekker.


Door dit alles zijn we een beetje laat om nog in te drinken. Ik vul snel een plastic flesje met Fireball en loop met de groep naar buiten. Twee ubers zijn besteld. Eentje kon een deel van onze groep niet vinden, dus die vertrekt en rekent de dames in kwestie geld voor de tijdverspilling. De andere staat al even te wachten. Op het moment dat iedereen in wil stappen, zien we dat een dame van onze groep kotsend op de stoep zit. Erg veel beweging lijkt er nog niet in haar te komen, dus Lucas vraagt of de uberchauffeur een momentje heeft. Ze besluit om toch met ons mee te gaan en spichtig rijdt de chauffeur ons naar Wynn, een hotel- en casinocomplex. Bij aankomst verdwijnt de dame in kwestie met nog een dame onmiddellijk in de wc. Ze weigeren om eruit te komen. Omdat we met een ander deel van de groep niet de avond willen verspillen, lopen we door naar het de uitgaangsgelegenheid van Wynn. De portier zegt ons dat vrouwen $50 moeten betalen en mannen $75. Bruh… $75?! Houd op met me. Ik draai direct om. We lopen teleurgesteld en gefrustreerd terug, en de dames geven nog steeds geen gehoor. Beveiliging komt aanlopen met een rolstoel. In het geval van incapabele communicatie zouden ze via ambulance vervoerd moeten worden. Gelukkig blijkt dit onnodig.

Met een uber terug naar het hotel om de twee dames in bed te leggen. Wel, dat was een verspilling van onze tijd. We laten ons niet kennen en gaan verder drinken in onze kamer. Later voegt een ander deel van de groep zich bij ons, welke in een ander hotel verblijft. We bewegen richting Caesar’s Palace. In dilemma gaan sommigen hun eigen weg; ik wil gewoon alcohol en goed gezelschap. In het verlengstuk van het casinogedeelte bestel ik een limoenbier. Elvira wint $10 met $1 inleg, gevolgd door nog eens $15. Bijzonder trots en toegevend dat ze dronken is, lijkt haar glimlach niet meer te vervagen. Wat mij opvalt is dat er een Chinese man rondloopt met aan beide armen een Chinese vrouw. Normaal blijven Chinezen redelijk op de achtergrond, maar het doet me deugd dat zij ook een show-off kunnen zijn met geld en vrouwen. Althans, ik vind het leuk voor ze. Snap je. We vertrekken laat in de nacht en gaan op zoek naar wat eten om de vreetkick te bevredigen.


Alles wat mensen zeiden over een 24/7 concept van Las Vegas is een leugen. Het valt vies tegen om iets te vinden op het tijdstip van half 7 's ochtends. Je zou denken dat alle dronken en doorgesnoven feestbeesten genoeg opties zouden krijgen om iets ongezonds te versnaperen. Het tegendeel is waar: ik moest in een verlaten winkelgedeelte van het Flamingo hotel een patisserie-achtig kraampje vinden waar ik twee uiterst vettige pizza slices koop. Ergens daarna gaan we terug naar het hotel om van 8 tot 11 uur 's ochtends te slapen. Dat is het cruciale uitcheckmoment. Elin en Kajsa willen halverwege de middag terugrijden en daar kan ik me wel in vinden. We droppen onze bagage in de auto en doen nog een rondje over The Strip. We lunchen bij Cabo Wabo Cantina, welke uitstekende lunches verzorgt. Met een beetje doorlopen zien we alle neppe bezienswaardigheden voor een laatste keer, zoals de Eiffeltoren, de Arc de Trimophe en het Vrijheidsbeeld. Het was allemaal oprecht leuk en aardig, maar na een vol weekend Las Vegas heb ik het wel gezien. Terug naar Flagstaff…

vrijdag 2 februari 2018

HOME

Daar ben Nick weer. Ik heb mezelf de nodige tijd gegund om bij te komen van die verschrikkelijk lange reis. Eerlijk is eerlijk; het was intense shit. Maar dat was toen en dit is nu. Inmiddels heb ik mijn eerste schoolweken, verscheidene huisfeestjes en mijn eerste bezoekjes aan Walmart achter de rug. Lees snel verder.

Zoveel dingen die ik me afvroeg. Zoveel ideeën die vormgegeven werden door het kijken van nieuws, films en dergelijke, maar hoe zou Amerika nou echt zijn? Zoals altijd probeer ik vooral kritisch te blijven, niet toe te geven aan wat anderen zeggen en te luisteren naar mijn eigen waarnemingen. Het is in ieder geval allemaal heel wijds hier; alles wat je zou willen bezoeken ligt ver uit elkaar. Met mijn appartement in Campus Heights woon ik vrijwel in het midden van de totale campus, wat het doorschakelen tussen North Campus en South Campus vereenvoudigt. De Target is op vijf minuten lopen goed te bereiken. Handig, aangezien ik vaak niet doorreken, maar per dag beslis wat ik ga eten. Mijn eerste week moest en zou me leren hoe de Jack Daniels pulled beef smaakt. Geen grap, je ruikt en proeft de whiskey-saus meteen. Verder valt me op dat complete maaltijden hier voorverpakt verkocht worden. Per definitie niet zo vreemd, maar wel als je beseft dat het kopen en samenstellen van je favoriete groenten nog best een opgave kan zijn. Wat wel weer een leuke ontdekking is, is dat ze hier Yu-Gi-Oh kaarten verkopen. Deze gooi ik dan ook regelmatig in mijn mandje.


De wandelingen maken me blij. Flagstaff kent de schoonste lucht in de United States en de warme zon blijft me verbazen. Nog steeds maak ik onjuiste inschattingen over welke kleding ik moet dragen, maar dat is vooral te wijten aan de fors dalende temperatuur vanaf half 5 's middags. Overdag is lopen in een t-shirt hartstikke prima te doen, maar je naait jezelf door geen jas bij je te hebben. Interessante gewaarwording. Op maandag rol ik in mijn oriëntatieweek, wat vooral - en eigenlijk alleen - focust op het informatieve aspect van het wonen in Flagstaff en het kennismaken met alle andere uitwisselingsstudenten. Zo leer ik nieuwe mensen kennen uit Frankrijk, Engeland, Schotland, Bulgarije, Oostenrijk, Australië, China, Korea, Finland, en Phoenix. We doorlopen onze documentencheck op school. Enkele mensen inclusief ikzelf kwamen hijgend aanlopen. Valt toch niet mee, jezelf begeven op 7000 feet hoogte. Kiki stelde voor om samen te koken, wat mij weer toestond om mijn ouders te kunnen mededelen dat ik mezelf niet gelijk overgeef aan fastfood, maar witte rijst, kipfilet en een groentemix. Ze moeten wel trots zijn. Zo niet, dan ben ik het wel.

Dinsdag verzamelen alle uitwisselingsstudenten in het International Pavilion, omdat we samen met reguliere studenten op pad gaan naar smaakvolle eetgelegenheden in downtown Flagstaff. Alejandro is de vriendelijke Argentijn die ik volg naar Ewa’s. Dit is in dezelfde woorden een smaakvolle eetgelegenheid - een Thaïs restaurant welteverstaan. Ik bestel er een ijsthee en orange chicken; malse kip ondergedoopt in sinaasappelsaus. In deze vredige beweging kom ik mijn eerste week door en ervaar ik direct het eerste gevoel dat ik bij NAU had: dit zit wel goed. Anders dan wat ik van thuis gewend ben kenmerkt NAU zich niet als één groot schoolgebouw, maar als een echte campus. Dit houdt in dat je per les doorwandelt naar een ander gebouw. Ikzelf heb drie vakken in het Communication gebouw, een in Babbitt Academic Annex en een in Liberal Arts. De zondag gebruik ik om mezelf wegwijs te maken met deze gebouwen, welke gelukkig erg dichtbij elkaar liggen. Blij toe, want als je van het North Campus naar South Campus moet paraderen, kan je nog eens lang onderweg zijn. Tussen de lessen zitten steeds 20 minuten speling. Het is echter wel gebruikelijk om ietwat vóór het begin van de les plaats te nemen, want 5 minuten absentie is te laat, terwijl 10 minuten al volledig absent kan zijn. Met mijn zelfkennis koos ik er daarom ook voor om mijn lessen niet later dan 09:10 in te plannen. Nou heb ik wel driemaal per week dit tijdstip, maar er zijn ook genoeg studenten die nog eerder beginnen. 

















De eerste week school is er een van wederom veel nieuwe invloeden. Ik voel me haast een eerstejaarsstudent, zo vreemd is elk gezicht, elk lokaal en elke sfeer. De vakken die ik volg zijn "Elements of Philosophy", "First Year Spanish", "Location Portraiture", "Advanced Video Journalism" en "News and Opinion". De filosofieklas wordt gegeven door Stephen Lenhart, een intrigerende docent met hangend blond haar langs zijn grote brilglazen. Toen hij me vroeg hoe mijn achternaam uitgesproken wordt, grapte ik dat hij het eens moest proberen. Hij lachtte. "Pishler", raadde hij, "is that from Germany?" "You can ignore the J in it and pronounce it as Piler", corrigeerde ik. Dit vak nam ik enigszins op de gok, maar ik voelde me gelijk op mijn plek. Dat geldt dubbel zo sterk in de Spaanse les van Noelia Rivera, een kleine maar vlugge vrouw die het leuk vindt dat ik dezelfde naam als haar zoon draag. Vanaf de eerste minuut gierde de drang om de taal te beheersen door mijn lichaam. De fotografieklas is er een die eigenlijk drie vakken voorvereist, maar mijn portfolio heeft me binnen weten te lozen. Daarom schud ik de hand van Eric O’Connell om hem persoonlijk te bedanken. Het binnenlopen van de videojournalisme klas was een verrassing; er waren namelijk maar twee andere studenten. Later zijn dit er gelukkig zeven. Hier gaan we allemaal focussen op onze eigen documentaire. Sinds ik erover fantaseer om hier veel meer mee bezig te zijn, ben ik razend enthousiast. Rachel Tso, de docente, vertelt me emotionele verhalen waarbij ze zelfs tranen vast moet houden. Dat, in samenhang met haar ongebroken, hartelijke glimlach en ambitieuze houding, leert mij dat dit misschien wel de meest bijzondere klas gaat worden. News and Opinion is het vak waarin ik zal gaan schrijven voor The Lumberjack, het identificerende tijdschrift van NAU. Ik heb er zo’n enorme zin in!


Dat heb ik ook in de schooltrip naar de Grand Canyon. Totdat er plotseling gemaild wordt dat deze tóch niet doorgaat, wegens barre weersomstandigheden. Vreemd is het wel dat het niet verzet wordt, maar compleet geannuleerd. Hmpf. Dan maar een andere keer. Samen met een groep mensen besluiten we om de volgende week naar Sedona te gaan. Op donderdag en zaterdag vinden er basketbalwedstrijden plaats van NAU’s team. Door deze bij te wonen en in te checken via de NAU Loyalty app, kun je per keer 3 punten sparen. Met deze punten kun je merchandise kopen. De NAU sjaal is waar ik voor spaar. Helaas weet NAU niet te winnen, maar dat mag de sfeer niet drukken. Bij elke wedstrijd geven ze ook gratis goodies weg, zoals een viltje, bandana en bierkoeler.

Het weekend gebruik ik om uit te gaan bij Monsoon en Collins. Eerstgenoemde biedt een supertoffe dubstep/hiphopavond. Collins laat vooral leipe grieten zien die bij gebrek aan mannelijke danspartner maar tegen elkaar oprijden. Misschien zijn Nederlanders wat nonchalanter of voorzichtiger in het uitgaan, maar ook Kiki lacht hoe opmerkelijk ze het vindt. In de wandelroute naar huis worden we ingehaald door een dronken knaap die toch iets te veel op heeft en zich meerdere malen laat vallen in de ijskoude sneeuw. Oke, misschien is niet álles anders dan in Nederland.

In de tweede week raak ik vooral wat meer gewend aan de Yellow Bike, de fiets die NAU gratis (steeds voor een week) aanbiedt aan haar studenten. Niet alleen voel ik me er een beetje meer thuis door, het brengt me ook veel sneller van A naar B. Tenzij er sneeuw ligt. Dan kies ik er nog weleens voor om veilig te lopen. Door het snelle verloop van alleen maar positieve gevoelens, gaat de tijd hard. Het is zaterdag, wat betekent dat we eindelijk naar Sedona gaan! Hannah heeft een eigen auto, Kelsey huurt er een. Overenthousiast huur ik van tevoren een telezoomlens, pak mijn uitrusting in en stap ik in bij Kelsey. Na enig geklooi om muziek in de auto gefixt te krijgen, beginnen we aan ons eerste gezamenlijke avontuur. In een klein uur bereiken we het glorieuze en warme rotslandschap, wat ook wel bekend staat als de Red Canyon. Niet wetend aan wat voor hike ik begin krijg ik al lichte spijt voor het dragen van een spijkerbroek. Flagstaff ligt op 7000 feet hoogte, Sedona op 1000 feet. Het is er veel warmer en droger dan waar ik net twee weken voor geacclimatiseerd heb. Omdat ik aardig wat gewicht aan cameraspullen meezeul ervaar ik de looptocht als een flinke oefening. Maar wanneer we aankomen bij Devil’s Bridge, besef ik me dat het het allemaal volledig waard is. Wat een ongelooflijk uitzicht. 


woensdag 10 januari 2018

America, Here I Come

Het was 30 maart in het hectische 2017. Mijn bovenkamer draaide overuren om de te herkansen vakken enigszins bij te houden, samen met de andere vakken die het normale programma aanhielden. Soort van alles tegelijk doen. Ook mijn buitenschoolse ambities. Ik wierp om het kwartier een blik op mijn mailbox, omdat ik had vernomen dat medestudenten te horen hadden gekregen dat zij verkozen waren om op Exchange - een uitwisselingsprogramma - te mogen gaan. "Zie je wel", zei een stem in mijn hoofd, "zij wèl en ik niet. Maar ik wil het zo graag. Beter mailen ze mij. Iemand. Ik wil het ook." Enkele kwartiertjes later in de namiddag kreeg ik dan ook mijn e-mail, welke meldde: 



En daar begon het.
Maanden vlogen voorbij, waarin ik nog niet echt realiseerde dat het toch echt zou gaan gebeuren. Een jongensdroom wordt werkelijkheid: ik ga in Amerika wonen! Omdat de Amerikaanse semesters eerder beginnen, moest ik terugrekenen met mijn 20 weken stage, die ervoor zouden plaatsvinden. Na een bescheiden vakantie startte ik op 31 juli met mijn stage in Breda. Op 15 december liep deze ten einde, waardoor ik drie weken vakantie had om me mentaal voor te bereiden. Echter heb ik het merendeel daarvan gebruikt om mijn stageverslag succesvol af te ronden. Nog voor Kerst kwam ik thuis van een lange werkdag. Ik vond het vreemd dat alle lichten uit leken te zijn; thuis brandt er altijd licht? Zodra ik een stap zette in de woonkamer luidde een groep stemmen die 'surprise' riep. Wat een aandoenlijke verrassing! Dat heeft mijn vriendin perfect geregeld, ook al deden de confetti-staven het niet direct. "Zo moeten vrouwen zich voelen bij babyshowers", merkte ik op. Gelukkig had ik ook de feestdagen nog om extra te genieten van de aanwezigheid van mijn geliefden.




Maar dan is het 5 januari. In flitsen schieten me dingen te binnen die ik nog even moet regelen, in mijn koffer moet stoppen of uitprinten. Het gaat in een onaangename haast, zoals je gewend bent van vakanties. Alleen is dit even iets anders. Hoe krijg ik een half jaar bagage beperkt tot 23 kilo? Gewoon niet, ondervind ik. Met een half knoflookbroodje en veel enthousiasme begin ik mijn reis door Schiphol te naderen om 07:15 uur 's ochtends. Aangekomen bij de check-in balie tref ik Kiki, mijn mede-NHTV studente en reiziger. Ze helpt me mijn boarding passes te printen en samen bewegen we naar de rij. Na liefdevolle knuffels en ontelbare uitzwaai-momenten met onze families gaan we samen op weg.

Ik had de mazzel dat ik een kekke stempel kreeg bij de Nederlandse douane. Ook al staat er Amsterdam op, het voelt toch fancy. Mijn honger begon in te kicken, dus ik kocht een hamkaas-ciabatta en ijsthee. Na een kort rondje langs de winkeltjes besefte ik me dat ik 16,- te duur vond voor een nekkussen, welke ik in alle haast thuis vergeten ben. Fuck it. Het is maar een vliegreis. Van 18 uur. Moedig vervolgde ik mijn pad, om mijn vlucht van 10:15 uur te halen. Wanneer ik me begin te settelen in stoel 40E, vind ik een verdwaald nekkussen. Niemand om me heen leek 'm te missen. Dus ik nam de vrijheid om hem deze vliegreis te lenen. Of iets langer. Moet je niet doorvertellen, hoor.




Na een vlucht van 10 uur zetten we voet in Houston, Texas. Er is een flink aantal mensen dat in rijen aansluit om door de paspoortcontrole te gaan. Nederland ging gelukkig goed; ik hoopte op een even rooskleurig verloop in Amerika. Uit mijn zorgvuldig ingedeelde documentenmap haalde ik mijn paspoort en DS-2019 formulier. De knaap achter de balie glimlachte en liet me doorlopen. Het verder vrij verlaten vliegveld is immens groot, en kent een kunstzinnige wijnconstructie die me gelijk opvalt. Na een ruime drie uur raakten we in contact met een Amerikaan die in zijn vrije tijd op herten jaagt. Hij vertelt ons dat hij in het koude Flagstaff weleens een bobcat - ofwel een lynx - heeft gezien. Hij zou een vlucht gemist hebben, en deze kans nemen om alsnog naar Phoenix te vliegen. Glimlachend wensen we elkaar een goede vlucht. In het vliegtuig valt op dat de stewardessen totaal anders gekleed zijn dan die van de vorige vlucht, terwijl ze beide United Airlines representeren. Aan het enthousiasme van de fanatiek opgedofte jongedames kan het niet liggen. Ze beschikken elk over zo’n angstaanjagende plastic glimlach, welke ik herken in het gelaat van horrorpop Chucky. Wat wel nog meer aandacht trekt, is de keffende chihuahua die de decadente mevrouw voor mij op haar schoot balanceert. Ach, die laatste drie uur zijn toch zo voorbij.



Met mijn telefoon leg ik de avondlichten van Phoenix vast op het moment dat we de daling inzetten. Met maar 1,5 uur slaap verdeeld over de hele vlucht (inclusief nachtrust voor vertrek) kom ik dan eindelijk aan op Phoenix Sky Harbor. We plegen een belletje naar het Hampton Inn Phoenix Airport North, waar we vooraf een overnachting geboekt hadden. In een kwartier verscheen er een wit busje, die ons keurig naar het hotel bracht. De niet zo spraakzame medewerker vroeg voordat ik naar binnen ging: "Are those Timberlands? Those are hard." Ik gniffel. Real recognize real. Aan de balie staat een jongedame die ons de sleutels van de kamer geeft. In het korte tijdsbestek leren we dat ze moeder is van vier kinderen, binnenkort zónder hen maar mèt hubby op vakantie gaat naar Californië en ook nog eens naar Nederland zou willen. Terwijl Kiki incapabel was om haar achternaam te spellen dacht ook mijn hoofd 'ik wil gewoon naar bed.'




Volgende ochtend kost het enige moeite om de queen-size bedden achter te laten, maar we vervolgen onze weg met de Arizona Shuttle. In drie uur zou gastvrouw en chauffeuse Nina ons naar Flagstaff rijden. In een tussenstop nuttig ik een Meatball Marinara broodje van de Subway (die je niet in Nederland kan krijgen) en neem ik van een lokaal omaatje aan dat er talloze interessante bezienswaardigheden zijn, zoals de oude kopermijnen. Om half 4 bereiken we de campus. Ik ben op slag verliefd op de prachtige, schone omgeving. Kiki lijkt dat ook. Nina pakt Kiki’s koffer uit de bus en hijgt lachend: "Damn, you keep a dead body in there?" "I got it", zeg ik, als ik mijn eigen koffer pak. Ondanks dat ik de nodige rondjes in Google Street View heb gelopen, weet ik het allemaal even niet meer. "Could you drop us off at the University Union building? We are scheduled to pick up our JacksCard at 4." De JacksCard is de ID-kaart voor studenten. Tot onze grote verbazing blijkt dit gebouw, en daarmee vele andere, gesloten. Oke, het is dan wel weekend, maar ik was geïnformeerd dat het allemaal wel zou kunnen omdat men rekening zou houden met de vroege aankomst van internationale studenten. Met het zweet op mijn rug steunen Kiki en ik door naar McKay Village, welke ook gesloten is. Gelukkig opent het om 16:00 uur, dus we hoefden nog maar tien minuutjes te wachten. Een NAU medewerker opent de deur voor ons, overhandigt ons wat welkomstpapieren en de sleutels van onze dorms.

Er zou iets aan de hand zijn met mijn voordeur, dus een assistent loopt mee om me binnen te krijgen en later zou ik de sleutel alsnog krijgen. Hier maken ze geen grappen; later op de dag wordt het slot in zijn totaliteit vernieuwd en krijgt ook mijn huisgenoot Roman een nieuwe. Hij is 18 jaar, Russisch en vooral een kalme verschijning. Ik schud zijn hand, waarna hij gelijk voorstelt om iets te doen. Ik vertel hem dat ik liever even bijkom en loop mijn kamer in. Onlangs heb ik flink zitten doorhameren dat ik een single room wilde en bereid was om daarvoor meer te betalen. Blij toe; een shared room bevat twee stapelbedden die letterlijk een meter tussenruimte hebben. Voor een half jaar wil ik op zijn minst een beetje privacy. We hebben nog een andere huisgenoot, Jaehong, maar hij is momenteel in Korea. We hebben een keuken met vaatwasser, magentron en oven, een flinke koelkast en genoeg kastjes. Het knusse appartement heeft vloerbedekking, prima verwarming en door Jaehong een flinke tv. First things first: samen met Kiki en Roman ga ik naar de Target, de grootste supermarkt die ik in mijn leven heb gezien (tot ik later Walmart bezoek). Ze verkopen er eten, wasmiddelen en beddengoed, maar ook kleding, speelgoed en elektronica. Ik was bang om vooral een flink bedrag te moeten lappen voor een kussen, deken en hoeslaken, maar bij elkaar kostte het me slechts $40. Zorgvuldig stel ik wat boodschappen samen, loop ik terug naar huis en vind zelfs nog de motivatie om mijn koffer uit te pakken en alles een plekje te geven.

Zo. En nu slapen.

zondag 13 december 2015

Upgrade

Ik ben een fanatieke liefhebber van Back to the Future. De dynamische tijdreis van Marty McFly en Emmett "Doc" Brown onder de schuifdeuren van een DeLorean. De kwetsbaarheden van het verleden tegemoet lopen. De opgroeifase van je voorouders bijwonen. Duiken naar de tijdlijn die de hedendaagse gecreëerd heeft. In contrast met de vlotte toekomst waarin men voortleeft in haast, stress en mobiliteit. De nog onbekende tijdlijn.

Het mooie van alles is dat we het sowieso tot dusver overleefd hebben. Ons egoïstische bestaan heeft een logica ontwikkeld waar we gezamelijk naar buigen; daarmee brachten we oorlogen, xenofobie en andere narigheden teweeg. Maar goed, we zijn er nog. Dat gegeven duidt heden ten dage nog de generatiekloof aan en dat is mooi; zo kunnen we van elkaar leren. Mijn grootouders heb ik nooit gekend, maar ik had dolgraag wat woordwisselingen met ze gehad om me te begeven in een vroeger stadium van onze logica. Enfin: hun keuzes hebben deuren voor ons geopend en het is menselijk om daar dankbaar voor te zijn. Samurai buiging.

Maar de wielen van de bus gaan rond en rond. We moeten door. Zo ook de laatste overlevers van de oudere generatie. Leeftijdsklasse 60+, rijk aan levenservaring en hopelijk met nog een flinke adem levenslust. Dat wens ik ze in ieder geval toe in deze barre tijden. Je kan wel een fundamenteel onderkomen gebouwd hebben, maar dat wilt niet zeggen dat de bouwstenen niet weggebeiteld kunnen worden. En dat zullen ze proberen. Niet zij, maar ze.

Blijven lachen. Dat is wat de volksmond graag uitkraamt. En wat media platfora proberen uit te stralen, hoewel de geloofwaardigheid daarvan duidelijk afneemt. Media is daarbij een digitale bron van je dagelijkse dosis nieuws, communicatie en entertainment. Aan de voet van die evolutie heeft men zich vast afgevraagd wat voor gedaante het succes zou aannemen, althans dat insinueer ik. Wisten zij veel dat het een zombie apocalypse zou creëren waarin mensen afstand nemen van sociale omgang om op social media semi-sociaal over willen doen komen. Een groep mensen is pas officieel een groep als iedereen in een Facebook-post te taggen is, een felicitatie wordt slechts gegeven als de verjaardag tussen de notificaties verschijnt en je bent pas echt op vakantie als je zichtbaar online bent ingecheckt.

Lastig voor zij die minder behendig zijn in de uitvoering van deze taken. Lastig voor mensen die niet weten wat een 'Whatsappje' of 'Retweet' zijn. Het dubieuze punt van dit gegeven is dat het wel verlangd wordt, want men moet natuurlijk wel meegroeien. Eigenlijk kun je het een beetje zien als het carrièverloop van een bouwvakker. Hoewel de zaken jarenlang gesmeerd lopen door een hoog doorzettingsvermogen, geraakt het lichaam van de gemiddelde bouwvakker versleten. Hierdoor kunnen ze niet meer naar wens functioneren en rollen ze in een benarde positie. Het betreurenswaardige filtraat van onze zelfconsumptie. 

Hen wil ik een hart onder de riem steken.
Voor hun betekent de moderne revolutie afstand doen van brieven schrijven, typmachines en bus- en treinkaartjes kopen en laten stempelen. Die hebben zich ingeruild voor e-mailtjes sturen, high-tech touch screens en een digitaal oplaadbare chipkaart. Het heeft niet eens zo veel tijd gevraagd; slechts de bijzondere drang om steeds maar te vernieuwen. Natuurlijk, het is voortgekomen uit de moeite en discipline van onze voorgangers, maar groeien we hun niet voorbij? Wij konden uitgroeien door hen, maar hoe zit dat in hun beleving? Door onze sappige impulsiviteit segregeren we die gemeenschap van ons vlugge bestaan. Alsof we willen dat ze afhankelijk worden van onze hulp en zelf niet meer hoeven na te denken. Een tamelijk nonchalante ontwikkeling, lijkt me. 

Daar waar mogelijk probeer ik onze voorgangers te helpen; kennis vertalen in aap-noot-mies taal. Uitleggen dat een document kopiëren niet meer nodig is omdat je met twee knoppen een screenshot maakt. Uitleggen dat belangrijke bestanden niet verwijderd zijn maar zich ergens in de iCloud begeven. Dat soort dingen. Voor de een is het meegroeien een kwestie van gewenning, voor een ander nog een behoorlijke opgave waar gebruiksvriendelijkheid niet de ondertoon voert. 

Laten we daar vooral wat vaker bij stil staan om zo onze voorgangers te ondersteunen. We willen toch dat zij ook upgraden?

dinsdag 26 augustus 2014

Perspectief

"Op je 17e nog te jong en onbezonnen om een biertje te drinken, maar wel oud genoeg om je hele studie bij elkaar te lenen." 

De uitspraak van het jaar. Misschien wel de uitspraak van de eeuw. In ieder geval een nieuwe mijlpaal voor de nieuwe generatie. We bevinden ons middenin een serieuze crisis waarbij mensen met meer dan 30 dienstjaren ervaring zonder pardon weggejorist worden. Jij voelde je misschien wel op je plek daar en had het gevoel dat je er thuis hoorde, vanuit bedrijfsperspectief ben je slechts een nummertje. En nummertjes worden op- en afgeschreven. In meerderheid betekent dat een leegstaande winkel. Nu volgt het mooie: gemak dient de mens, dus kiezen we voor snelle en doeltreffende automatisering, waardoor de gemakzuchtige mens vervangen wordt. Makkelijk zat toch? Echter, omdat je adviserende winkelmedewerkers nog net niet kunt vervangen, blijft de leegstaande winkel... leeg en onbezocht; dus failliet. Aaaaaaand it's gone. 

Aangezien deze nare gang van zaken sterk heerst in ons kikkerlandje is het nieuwe uitgangspunt: stay in school! Werken kan altijd nog. Zorg dat je dat papiertje in handen krijgt en ga verder voor de volgende. Breaking news: banen liggen niet voor het oprapen. Ik weet niet in hoeverre je gemotiveerd kan blijven lachen, maar solliciteren zul je moeten blijven doen. Helaas acht menig bedrijf je incapabel voor een specifieke functie. Afgeschreven. Je mag blij zijn als je iets vindt waarmee je brood op de plank verdient en daarnaast nog afwasmiddel, twee tubes tandpasta, een kratje bier en een tros bananen. 

Enfin, dat geldt voor de volgende generatie. Daaronder kun je [uitzonderingen daar gelaten] uitpuffende, vastgeroeste veertig- en vijftigplussers verstaan die langzaamaan toegeven dat vroeger alles beter was. Sommige van hen kunnen dat verdriet nog nuanceren door een Miles Davis LP'tje te draaien met een flesje Glenfiddich 12. Anderen komen in de krant wegens criminele wandaden. Verschil moet er zijn. Deze generatie, wat zou moeten bestaan uit frisse twintigers die vol levensenergie zitten, behaalt een MBO of HBO diploma en baant een uitweg door actief te zijn in een functie die weinig tot geen aansluiting heeft op hun sector. Beter dan naar het plafond staren natuurlijk. Onder de stoflaag van het angstige hersenstelsel bevindt zich de absolute parel van het individu: de ambitie om een taak uit te voeren waar men gelukkig van wordt en tegelijk financieel uitzicht bij heeft. Dat doel blijkt vaak nog onbehaald. Een enkeling begint een eigen bedrijf dat geen stand weet te houden over meer dan vijf jaar, terwijl een ander nog bewegingloos op de bank zit en bedenkt wat hij/zij nou eigenlijk wilt. 

Je kunt er vanalles van maken. Toch is het moderne slavernij. Zonder opgebouwd fundament beginnen met een schuld. Of je er met lage maandkosten makkelijk doorheen komt of niet, is nog niet eens relevant. Het principe dat je je leven begint met rode cijfertjes. Het feit dat er geen huis aan je verkocht wordt totdat je die cijfers hebt rechtgezet. Het gevoel dat je met een bal aan je voet geketend zal voortbewegen voor een onbepaalde tijd. Het idee dat dit het idealisme is van de huidige regering. Wat mij betreft een beangstigend vooruitzicht. Als je het al een vooruitzicht kan noemen. Maar goed. We zullen er genoegen mee moeten nemen en doen wat we kunnen. Probeer niet te vergeten wat echt belangrijk is: vriendschap, liefde, zelfontplooiing en geluk. Geloof, durf te dromen. En onthoud: ik ben bij je.