woensdag 18 september 2013

Catch a vibe...


Er werd al zoveel naar vooruit geblikt dat je het bijna zou vergeten als het zo ver was. Morgen naar het buitenland. De Belgische buren welteverstaan: festival Reggae Geel gaat van start. Van vrijdag tot zondag skanken op Roots, Culture, Ska, Dub en meer varianten. Tussendoor een beetje kamperen. Je ziet ons de vrijdagochtend spullen in tassen proppen en prepareren, al afvragend wat we zouden vergeten. Dat wordt later pas duidelijk. Wat wel al tijdig doorschemert is de hittegolf. Je kan het ook een vlaag noemen: shit kwam uit the fuck of nowhere. Axel komt net aankarren. Curly vindt het zelfs te warm om te blaffen. Ik groet Axel en Mercedes en sorteer de achterbak zodanig dat onze stash er ook bij past. Steph' ouders helpen daarbij en geven de laatste beetjes ouderlijk advies, wat ons goed doet. Voor dat en nog veel meer ben ik ze enorm dankbaar.

Enfin, we gaan op weg. Allang voorbij de 30 graden op een vermoeiend lange weg met bescheiden files op sompig grind. En ik ga 'sompig' niet eens uitleggen. Langzaam glijden we over de Belgische grens waar de auto's met witte kentekens duidelijk anders rijden. Je kiest zelf je voorrang op rotondes, wat je rit al wat avontuurlijker maakt. Uiteindelijk komen we in de buurt. Twee tamelijk kleine bordjes geven Reggae Geel aan. Mochten die twee je ontgaan, zou de drukte het wel verraden. We slaan rechtsaf, waar we het platteland lijken op te zoeken. Bocht na bocht gaan we naar de Parking, wat grenst aan de snelweg. Die Parking is niet meer dan een enorm glasoppervlak vol greppels en andere barricades. We bevinden ons echt in het centrum van een reusachtig, toch knus, maïsveld.

Als de auto geparkeerd staat, de hitte in onze nek snijdt en talloze mensen al vroeg zuchtend rondparaderen, begint onze tocht. Er valt niet aan twee keer heen en weer lopen te ontkomen; toch pakken we zoveel mogelijk in een keer mee. Beide tenten, meerdere rugtassen, kussens, kingsize weekendtas en een koelbox (die veel minder comfortabel blijkt dan verwacht). Dat kreng valt niet te dragen. Niet in je eentje althans, maar ja. Na een stuk lopen zien we dat we een flink stuk over het hobbelige grasoppervlak moeten omlopen. Dat punt uit op een typisch dorpstraatje met grote huizen en lokaal café De Bliek. Toen had ik al wel zin in iets ijskouds, maar ik dien mezelf wat langer houdbaar op te stellen. De tocht gaat verder. In dezelfde zin verder als het uitputtende gezeur wat we gezamenlijk produceren. Da's kostbare energie die we verspillen met 33 graden gevaarlijke hitte. Daarom probeer ik dat op de anderen over te dragen: denk positief, we gaan immers naar een reggae festival. Tijdig schuilen we in de schaduw om wat water te drinken. Gek genoeg is m'n vrouwtje de enige die daar écht rekening mee gehouden heeft, waar we dankbaar voor zijn. Goede voorbereiding is het halve werk. Ik denk dat we dan op een kwart zitten. Ja, water biedt veel vreugde vandaag. Dat is te merken aan de ruimdenkende buurtbewoners: sommige hebben een tuinslang aan het hek bevestigd, zodat voorbijgangers natgesproeid worden. Dat vind ik reggae. Vervolgens arriveren we bij de ingang, verdeeld in vijf doorgangen. Tamelijk druk met ongeduldige, multi-culturele bezoekers. De één spreekt non-stop Vlaams (welke me nog steeds verwonderd als in 'patatten te koop'; een bordje dat we eerder tegenkwamen), de ander spreekt smeuïg Frans en zo zijn er nog wel meer talen die voorbij komen. Ik had verwacht dat ze me op een sensuele manier zouden fouilleren, al bleef mij dát gelukkig gespaard.



Lekker doorbanjeren met die shitload aan bagage. Omdat we enkele uren later zijn dan de officiële opening, staat de hele campingplaats al volgebouwd met tenten. Er moet zelfs nog gebied bepaald worden met lintjes. De frustratie is merkbaar: "WE KOMEN HIER OM TE KAMPEREN, NIET OM IN DE BRANDENDE ZON TE STAAN!" Tja, daar moet ik die kaaskop gelijk in geven. Het duurt minstens een half uur voordat er interactie is. Op dat moment rennen mensen met al hun bagage naar de nieuwe ruimte. Wat zeg ik, mensen? Het gaat hier om een kudde jagende hyena's. Het merendeel heeft, slim genoeg, werptenten die zichzelf uitvouwen. Dat zorgt ervoor dat het nieuwe gebied binnen no-time vol staat. Zodra we wat meters zien, gooien we de tassen neer en vouwen we onze tenten uit. Pauze kunnen we wel gebruiken, terwijl dat niet mogelijk is. Dat maakt het een ietwat cruciaal moment: 33 graden, snijdende hitte, veel te veel bezoekers (65.000 waarvan 41.000 kampeerders) en net iets te veel extra inspanning. Toch gaan we door. Axel en Mercedes hebben hun tent al redelijk snel opgebouwd; wij doen er wat langer over. We snauwen elkaar soms af, maar deze hele happening is een zegen, echt waar. Ik voel me ver van huis, ver van voor de hand liggende materie, samen met belangrijke mensen op de perfecte locatie. De tent staat, wij nestelen op het gras. Te benauwd om iets te doen. Maar de mannen moeten voor de vrouwen zorgen, dus Axel en ik keren terug om de rest van de bagage te halen. We lopen langs twee reeksen kraantjes. Hier geldt een handige systematiek: tegen het kraantje duwen (schuin houden) om er water uit te krijgen.

We vullen een fles voor onderweg en vervolgen ons pad. Tweemaal een pauze om bij te komen van de hitte. Eenmaal terug op het grasoppervlak merken we dat we te ver aan de linkerkant liepen; nu is het óf slootje springen, óf omlopen. Natuurlijk wagen we de sprong. Dat verloopt soepel en zo komen we uitgeput bij de auto aan. De overige bagage, wat voornamelijk bestaat uit bier en kleinigheden, wikkelen we in Mercedes' bedlaken en knopen het dicht. Terug naar onze tent! Dat verloopt echter nog stroever (drie pauzes) en bij terugkomst kunnen we echt even niet meer. Mijn hoofdpijn is genadeloos en mijn lichaam is ernstig toe aan verkoeling. Een echte survivaltocht zo, hoor hey. Wat later beginnen we aan ons creatieve avondeten: koude knakworsten uit blik op witte puntjes met een klodder ketchup. Heerlijk, ik zeg je. Daarna gaan we richting het festivalterrein. Even langs de EHBO post omdat Steph een flinke blaar op haar voet heeft. Het oogt goed: acht tot tien medewerkers die ondanks de hitte gewoon lange broeken met laarzen dragen. Het tegendeel is waar: Steph moet een uitgebreid formulier invullen met o.a. gegevens als tijd van aankomst, behandelingstijd en categorie behandeling. Eigenlijk gaat het alleen maar om een pleister, jongens. We zien een meisje op een brancard liggen, maar de hoogopgeleiden zijn niet eens in het bezit van een bloeddrukmeter. Geeft ook niet, jongens. 



Rond een uur of 8 lopen we het festivalterrein op. Links van ons merken we een markt op waar allerlei goodies verkocht worden. Er hangt een workwear-achtig overhemd met 'Jah Army' en reggae patches erop. Ik weet 't niet zeker, maar volgens mij heb ik tot de laatste avond doorgetwijfeld of ik het zou kopen. Geskipt, maar ik koop wel een reggae-kleurige riem en armbandje. Ook worden er cd's verkocht; je ziet me enthousiast door het assortiment bladeren. Op zoek naar moeilijk te vinden platen zoals Soul Pirate van Alborosie en onbekende dub. De nieuwe van Albo is wel te koop, maar die heb ik alvorens besteld bij mijn lokale platenzaak. Wel laat ik me overtuigen door een verkoper die een gruwelijke dub plaat in zijn soundsystem knalt. Die bass is te erg. Die gaat mee, samen met een plaat van Snagga Puss (die uiteindelijk enorm tegenvalt) en eentje van Gregory Isaacs die ik Axel cadeau doe. Onze magen rommelen dus we gaan op zoek naar eten. Ik ga voor een groente/kipwrap, Axel een geitenkaastosti en Mercedes en Steph een bak wok. Een namaak-Calippo om te afteren. Goed te doen, brandstof reload.

Bij het verkennen van de podia buig ik al richting de dub hoek. De vibe, de viiibe! Mi mang, te lekker. Kan ik urenlang hard op gaan. Overal hangen lichtjes in de bomen, in een reggae kleurenschema, en het licht prachtig op. Even naar de bar om drankjes te nuttigen. We kopen Belgische Kriek en Marley Mellows. Daar ben ik al langer benieuwd naar. Er is een blikvariant met citrus-, cherry- en mango smaak en ook een green- en black tea. Verrassend lekker met een eigen smaakje. Zo chillen we op de grond bij de main stage waar tributes naar Bob Marley performed worden en fijne live acts. Eerlijk gezegd heb ik vooraf niet naar de line-up gekeken, dus ik laat me door de muziek overvallen. Uren gaan aan ons voorbij. De dames moeten naar de wc en daarna lopen we nog een rondje over het terrein. Omdat het een lange dag was, keren we in het donker terug naar de tenten. We maken het ons comfortabel en praten nog wat... Zonder Axel, hij slaapt gelijk.




De volgende ochtend brandt de zon ons wakker. Eenmaal wakker is het onmogelijk om te blijven liggen. Geestelijk  besef verraadt de warmte, het is zo vies benauwd. We besluiten om boodschappen te doen. Maar niet zonder basisvoeding, ik moet íets. Dus breek ik een Despo open en een pakje crackers. Niet erg verantwoord, maar wat verwacht je. We wringen ons langs alle tenten en half in de grond gestampte haringen. Echt in elke tent is er wel iemand joints aan het draaien. 'k Heb zo'n vermoeden dat Woodstock ook zo heeft moeten zijn. Vredige sfeer waar ik me goed bij voel. One love man a people! Aye, richting de auto. Anders rijden dan we op de heenweg reden, nieuwe route, en we arriveren bij de Aldi. Voordelig slaan we boodschappen in zoals Kriek, fruitrepen, Aldi milkshakes en bockworsten. Bij de bakker aan de overkant kopen we ons brood.

Terug op weg naar het festival. De Belgische buren doen een beetje eigenaardig bij de tenten; dat leidt een beetje af. Al is dat niet waar we voor komen, dus al snel gaan we richting de skanking sounds. Een rondje over de markt en dan eten! Vandaag wordt het toch echt een kebappie hoor. Een enorm lange rij maar helaas ben ik te vastberaden. Genoeg gefrustreerde mensen en natuurlijk wurmt eentje daarvan zich naar voren met de woorden: "Geen zorgen hoor, ik ga zo in de rij staan! Even wat aan iemand geven!" Je begrijpt dat dat gewoon de moderne manier is om voor te kruipen. Hij loopt terug met een flinke kwak kebab, en is even het middelpunt van de aandacht. Niet veel later ben ik aan de beurt, en reken ik een slordige 7 euro af. Maar yo, het is wel lekker. Meer Kriekjes, Mellows en wijntjes worden genuttigd als we verder lopen. De warme reggae geluiden bieden innerlijke rust. Dat festivalgevoel. Vandaag is niet enorm anders dan gisteren. Het enige nadeel is dat het opmerkelijk koud wordt. Natuurlijk had ik mijn jas niet bij me, dus vrouwlief moest genoegen nemen met mijn omhelsende armen. Maar zodra ze aan het trillen is, is het wel een geschikt moment om terug naar de tent te gaan. Terug op het kampeerterrein maken we vlug onze bonnen op. De Mellows krijgen we alleen niet zo makkelijk mee. Flessendoppen zijn tegenwoordig projectielen. "Dat mogen we niet meegeven." "Maar ik moet mijn bonnen opmaken. 's Nachts ga ik het toch niet drinken." "Ja, maar dat is alleen voor personeel en bezoekers." "Dan mag ik er toch een?" "Hmm, ja vooruit." "Ai, maak er dan maar twee van." De nacht valt...

- Maar rond 5 uur 's nachts voel ik een por in mijn zij: Steph moet nodig plassen. De overgang van tent naar buitenlucht gaat me wat te snel, dus nu is er sprake van een bijzonder moment: ik heb het koud. Samen sloffen we naar de wc's. Het is alweer even geleden dat ik me zó zombie heb gevoeld. Ach, dat heb ik er zeker voor over. Hier aanwezig zijn is master. Maar goed, snel terug naar bed. Wederom brandt de zon ons wakker, een paar uurtjes later. We zijn gaar, maar er valt te genieten. Enerzijds is het prima dat we weer gaan, anderzijds blijf ik nog graag weg van de enge realiteit. Toch verloopt dit alles soepeler dan ik had verwacht. Minder druk in ieder geval, en samen krijgen we onze tenten opgevouwd in de zakken. Het zijn duidelijk een x-aantal kilo's gewicht minder. We banen onze weg langs alle kapot getrapte tentjes, lege flessen, bellenblaassetjes, weggegooide schoenen en overige prullaria. Een soort perfecte zondag of zo, zo voelt het. Door de uitgang lopen we met de menigte terug naar het grasoppervlak. De auto hadden we iets verschoven, wat weer meters scheelt. Op dat moment waardeer je alles zo hard. Ik heb de tijd van mijn leven gehad en bovenal een vakantiegevoel kunnen ervaren. Flexness! Misschien klonk ik eerder twijfelachtig, maar natuurlijk zou ik dit overdoen. Bedankt Steph, Axel en Mercedes; het was master!