woensdag 10 januari 2018

America, Here I Come

Het was 30 maart in het hectische 2017. Mijn bovenkamer draaide overuren om de te herkansen vakken enigszins bij te houden, samen met de andere vakken die het normale programma aanhielden. Soort van alles tegelijk doen. Ook mijn buitenschoolse ambities. Ik wierp om het kwartier een blik op mijn mailbox, omdat ik had vernomen dat medestudenten te horen hadden gekregen dat zij verkozen waren om op Exchange - een uitwisselingsprogramma - te mogen gaan. "Zie je wel", zei een stem in mijn hoofd, "zij wèl en ik niet. Maar ik wil het zo graag. Beter mailen ze mij. Iemand. Ik wil het ook." Enkele kwartiertjes later in de namiddag kreeg ik dan ook mijn e-mail, welke meldde: 



En daar begon het.
Maanden vlogen voorbij, waarin ik nog niet echt realiseerde dat het toch echt zou gaan gebeuren. Een jongensdroom wordt werkelijkheid: ik ga in Amerika wonen! Omdat de Amerikaanse semesters eerder beginnen, moest ik terugrekenen met mijn 20 weken stage, die ervoor zouden plaatsvinden. Na een bescheiden vakantie startte ik op 31 juli met mijn stage in Breda. Op 15 december liep deze ten einde, waardoor ik drie weken vakantie had om me mentaal voor te bereiden. Echter heb ik het merendeel daarvan gebruikt om mijn stageverslag succesvol af te ronden. Nog voor Kerst kwam ik thuis van een lange werkdag. Ik vond het vreemd dat alle lichten uit leken te zijn; thuis brandt er altijd licht? Zodra ik een stap zette in de woonkamer luidde een groep stemmen die 'surprise' riep. Wat een aandoenlijke verrassing! Dat heeft mijn vriendin perfect geregeld, ook al deden de confetti-staven het niet direct. "Zo moeten vrouwen zich voelen bij babyshowers", merkte ik op. Gelukkig had ik ook de feestdagen nog om extra te genieten van de aanwezigheid van mijn geliefden.




Maar dan is het 5 januari. In flitsen schieten me dingen te binnen die ik nog even moet regelen, in mijn koffer moet stoppen of uitprinten. Het gaat in een onaangename haast, zoals je gewend bent van vakanties. Alleen is dit even iets anders. Hoe krijg ik een half jaar bagage beperkt tot 23 kilo? Gewoon niet, ondervind ik. Met een half knoflookbroodje en veel enthousiasme begin ik mijn reis door Schiphol te naderen om 07:15 uur 's ochtends. Aangekomen bij de check-in balie tref ik Kiki, mijn mede-NHTV studente en reiziger. Ze helpt me mijn boarding passes te printen en samen bewegen we naar de rij. Na liefdevolle knuffels en ontelbare uitzwaai-momenten met onze families gaan we samen op weg.

Ik had de mazzel dat ik een kekke stempel kreeg bij de Nederlandse douane. Ook al staat er Amsterdam op, het voelt toch fancy. Mijn honger begon in te kicken, dus ik kocht een hamkaas-ciabatta en ijsthee. Na een kort rondje langs de winkeltjes besefte ik me dat ik 16,- te duur vond voor een nekkussen, welke ik in alle haast thuis vergeten ben. Fuck it. Het is maar een vliegreis. Van 18 uur. Moedig vervolgde ik mijn pad, om mijn vlucht van 10:15 uur te halen. Wanneer ik me begin te settelen in stoel 40E, vind ik een verdwaald nekkussen. Niemand om me heen leek 'm te missen. Dus ik nam de vrijheid om hem deze vliegreis te lenen. Of iets langer. Moet je niet doorvertellen, hoor.




Na een vlucht van 10 uur zetten we voet in Houston, Texas. Er is een flink aantal mensen dat in rijen aansluit om door de paspoortcontrole te gaan. Nederland ging gelukkig goed; ik hoopte op een even rooskleurig verloop in Amerika. Uit mijn zorgvuldig ingedeelde documentenmap haalde ik mijn paspoort en DS-2019 formulier. De knaap achter de balie glimlachte en liet me doorlopen. Het verder vrij verlaten vliegveld is immens groot, en kent een kunstzinnige wijnconstructie die me gelijk opvalt. Na een ruime drie uur raakten we in contact met een Amerikaan die in zijn vrije tijd op herten jaagt. Hij vertelt ons dat hij in het koude Flagstaff weleens een bobcat - ofwel een lynx - heeft gezien. Hij zou een vlucht gemist hebben, en deze kans nemen om alsnog naar Phoenix te vliegen. Glimlachend wensen we elkaar een goede vlucht. In het vliegtuig valt op dat de stewardessen totaal anders gekleed zijn dan die van de vorige vlucht, terwijl ze beide United Airlines representeren. Aan het enthousiasme van de fanatiek opgedofte jongedames kan het niet liggen. Ze beschikken elk over zo’n angstaanjagende plastic glimlach, welke ik herken in het gelaat van horrorpop Chucky. Wat wel nog meer aandacht trekt, is de keffende chihuahua die de decadente mevrouw voor mij op haar schoot balanceert. Ach, die laatste drie uur zijn toch zo voorbij.



Met mijn telefoon leg ik de avondlichten van Phoenix vast op het moment dat we de daling inzetten. Met maar 1,5 uur slaap verdeeld over de hele vlucht (inclusief nachtrust voor vertrek) kom ik dan eindelijk aan op Phoenix Sky Harbor. We plegen een belletje naar het Hampton Inn Phoenix Airport North, waar we vooraf een overnachting geboekt hadden. In een kwartier verscheen er een wit busje, die ons keurig naar het hotel bracht. De niet zo spraakzame medewerker vroeg voordat ik naar binnen ging: "Are those Timberlands? Those are hard." Ik gniffel. Real recognize real. Aan de balie staat een jongedame die ons de sleutels van de kamer geeft. In het korte tijdsbestek leren we dat ze moeder is van vier kinderen, binnenkort zónder hen maar mèt hubby op vakantie gaat naar Californië en ook nog eens naar Nederland zou willen. Terwijl Kiki incapabel was om haar achternaam te spellen dacht ook mijn hoofd 'ik wil gewoon naar bed.'




Volgende ochtend kost het enige moeite om de queen-size bedden achter te laten, maar we vervolgen onze weg met de Arizona Shuttle. In drie uur zou gastvrouw en chauffeuse Nina ons naar Flagstaff rijden. In een tussenstop nuttig ik een Meatball Marinara broodje van de Subway (die je niet in Nederland kan krijgen) en neem ik van een lokaal omaatje aan dat er talloze interessante bezienswaardigheden zijn, zoals de oude kopermijnen. Om half 4 bereiken we de campus. Ik ben op slag verliefd op de prachtige, schone omgeving. Kiki lijkt dat ook. Nina pakt Kiki’s koffer uit de bus en hijgt lachend: "Damn, you keep a dead body in there?" "I got it", zeg ik, als ik mijn eigen koffer pak. Ondanks dat ik de nodige rondjes in Google Street View heb gelopen, weet ik het allemaal even niet meer. "Could you drop us off at the University Union building? We are scheduled to pick up our JacksCard at 4." De JacksCard is de ID-kaart voor studenten. Tot onze grote verbazing blijkt dit gebouw, en daarmee vele andere, gesloten. Oke, het is dan wel weekend, maar ik was geïnformeerd dat het allemaal wel zou kunnen omdat men rekening zou houden met de vroege aankomst van internationale studenten. Met het zweet op mijn rug steunen Kiki en ik door naar McKay Village, welke ook gesloten is. Gelukkig opent het om 16:00 uur, dus we hoefden nog maar tien minuutjes te wachten. Een NAU medewerker opent de deur voor ons, overhandigt ons wat welkomstpapieren en de sleutels van onze dorms.

Er zou iets aan de hand zijn met mijn voordeur, dus een assistent loopt mee om me binnen te krijgen en later zou ik de sleutel alsnog krijgen. Hier maken ze geen grappen; later op de dag wordt het slot in zijn totaliteit vernieuwd en krijgt ook mijn huisgenoot Roman een nieuwe. Hij is 18 jaar, Russisch en vooral een kalme verschijning. Ik schud zijn hand, waarna hij gelijk voorstelt om iets te doen. Ik vertel hem dat ik liever even bijkom en loop mijn kamer in. Onlangs heb ik flink zitten doorhameren dat ik een single room wilde en bereid was om daarvoor meer te betalen. Blij toe; een shared room bevat twee stapelbedden die letterlijk een meter tussenruimte hebben. Voor een half jaar wil ik op zijn minst een beetje privacy. We hebben nog een andere huisgenoot, Jaehong, maar hij is momenteel in Korea. We hebben een keuken met vaatwasser, magentron en oven, een flinke koelkast en genoeg kastjes. Het knusse appartement heeft vloerbedekking, prima verwarming en door Jaehong een flinke tv. First things first: samen met Kiki en Roman ga ik naar de Target, de grootste supermarkt die ik in mijn leven heb gezien (tot ik later Walmart bezoek). Ze verkopen er eten, wasmiddelen en beddengoed, maar ook kleding, speelgoed en elektronica. Ik was bang om vooral een flink bedrag te moeten lappen voor een kussen, deken en hoeslaken, maar bij elkaar kostte het me slechts $40. Zorgvuldig stel ik wat boodschappen samen, loop ik terug naar huis en vind zelfs nog de motivatie om mijn koffer uit te pakken en alles een plekje te geven.

Zo. En nu slapen.